I Got you Babe - Sonny & Cher

Rasomschrijving

********************

Oorsprong en geschiedenis : 

Tegenwoordig vindt men deze fascinerende rasechte dieren overal ter wereld, zelfs in de warmere streken.  Hun eigenlijke thuisbasis is echter noordelijk Siberië.  Duizenden jaren lang zijn zij de onmisbare metgezellen geweest van de daar levende nomadenvolkeren zoals de Tsjoektsjen. 

De honden hielpen bij de jacht en trokken de slede met de buit naar huis.   Hondenslede waren voor de mensen het enige transportmiddel.  De winters in die streek zijn lang en koud.  Temperaturen van minder dan 40° onder nul zijn geen uitzondering in dit uitgestrekte land, dat vaak wordt gegeseld door ijskoude stormen.  De volledig op elkaar aangewezen mensen en dieren leidden er een sober leven in deze ijzige kou.  

De honden die wij tegenwoordig onder de naam 'Siberische Husky' kennen, werden vooral gevormd door dit barre land en door de verschrikkelijk natuuromstandigheden.  Hun dichte vacht met dikke ondervacht en ietwat harder dekhaar, de kleinst mogelijke dichtbehaarde opstaande oren, de borstelige staart en de stevige gesloten voeten zijn de redenen waarom deze honden in het noorden van Siberië prima aan hun trekken kwamen.    Daarnaast hadden echter ook de Tsjoektsjen en andere nomadenvolkeren een grote invloed op de ontwikkeling van het ras.  Zij voerden een strenge selectie uit bij het fokken : enkel de honden die werkbekwaam waren, mochten zich voortplanten.  Slechts uitverkoren reuen kwamen in aanmerking om een teef te dekken.  De andere werden gecastreerd.  Op deze manier konden ook de vechtpartijen onder de honden binnen de perken gehouden worden. 

Door de castratie van de reuen verminderde men bovendien het risico dat de dieren zich in de sledetuig kwetsen.  In die tijd werden de teugels immers tussen de benen van de honden door geleid.  

De Tsjoekstjen namen drachtige teven of puppy's wel eens mee in hun 'huisje', de woontent, als speelkameraadje voor de kinderen.  Daarom ontwikkelde zich in het verloop van duizenden jaren een hondentype dat veel mensvriendelijker was.   De altijd nieuwsgierige, temperamentvolle en ondernemingslustige honden waren anderzijds heel zelfstandig en ook vandaag de dag nog ontbreekt hen de typische bereidheid tot onderworpenheid, die zo typisch is voor veel hondenrassen.  In elk geval zijn zij tot op heden werkhonden gebleven meteen heel groot uithoudingsvermogen, een uitstekende oriënteringszin, een hoge intelegentie, en een uitzonderlijk geheugen. 

Het laatste stelt hen bijvoorbeeld in staat een weg te herkennen waarlangs ze jaren geleden zijn gelopen.  Tijdens hondenwedrennen kan dat zelfs hinderlijk zijn, wanneer namelijk vroeger de looprichting anders was. 

Zijn zegetocht in Alaska : 

Ten tijde van de goldrush was in de afgelegen, ontoegankelijk regio's van Alaska de hondenslede het enige transportmiddel.  Geen enkele rondlopende straathond kon er zeker van zijn dat hij niet voor een slede zou worden gespannen. 

Eén van de favoriete vrijetijdsactiviteiten van de goudzoekers was bovendien hondenwedrennen te organiseren.   Eén daarvan was de 'All Alaska Sweepstakes' in Nome, een wedstrijd van 408 mijl.   In 1909 liep daar het eerste sledehondenspan uit Siberië mee.  Het behaalde de derde plaats.  Daarmee was de interesse gewekt voor deze honden, die door velen aanvankelijk spottend als 'Siberische ratten' werden afgedaan.  Er werden dan ook meer honden uit Siberië geïmporteerd.  In de drie jaren voor de periode dat er, wegens de Eerste Wereldoorlog, geen sledehondenrennen plaatsvonden, waren de 'importen' uit Siberië telkens de winnaars van de 'All Alaska Sweepstakes'.  De Succesvolle menner was Leonhard Seppala, een Noorse goudzoeker wiens naam ook nauw verbonden is met de rasgeschiedenis van de Siberische Husky. 

 

De Rasstandaard : 

In een rasstandaard wordt een ideaal beeld voor het betreffende ras gedefinieerd.  De graad van overeenstemming van een vertegenwoordiger van het ras met de standaard beslist of het dier al dan niet voor het fokken wordt ingezet, en of zijn nakomelingen een stamboek krijgen.  

De eerste rasstandaard voor de SH werd in 1930 door de Siberian Husky Club van Amerika opgesteld en bij de AKC gedeponeerd.  Ondertussen werd de standaard al vaak aangepast.  Momenteel zijn we al aan de zesde versie toe.  Hij werd in 1990 door de AKC goedgekeurd en bij de FCI als standaard nr 270 geregistreerd.  Het FCI heeft de vele verschillende hondenrassen in 10 groepen ingedeeld, de SH behoort tot groep 5 : 'keeshonden en keesachtigen van het oertype, afdeling 1; Noorse sledehonden zonder werktest.

Hoofd: krachtig zonder grof te zijn, de lengte van de snuit is gelijk aan de lengte van de schedel, gemeten van de stop tot de achterhoofdsknobbel, uitgesproken stop. De neuspunt moet stomp zijn en de neusspiegel zwart of leverkleurig, afhankelijk van de vachtkleur. Een dwarsgestreepte neus, de zogeheten sneeuwneus, is toegestaan.

Ogen: amandelvormig, iets schuin geplaatst met een levendige en alerte uitdrukking. De kleur kan bruin of blauw zijn. Een bruin en een blauw oog of tweekleurige ogen zijn toegestaan. (alle kleur ogen zijn toegestaan, groen, hazelnootkleur, geel, ... zelfs met een vlekje van een andere kleur in zoals vb een blauw oog met een bruine vlek in)

Oren: klein tot middelmatig groot, triangelvormig, dicht bij elkaar geplaatst en hoog aangezet. Ze worden rechtopstaand gedragen.

Gebit: schaargebit.

Hals: middelmatig lang, krachtig, neklijn licht boogvormig. De hals wordt in actie naar voren/naar buiten gestrekt.

Lichaam: de rug moet sterk zijn, recht en middelmatig van lengte. De hond is rechthoekig. De borstkas moet diep, lang en niet al te breed zijn.

Ledematen: zijn bijzonder belangrijk bij een sledehond. Hij moet zowel voor als achter matig gehoekt zijn en krachtige botten hebben, zonder grof te zijn. De benen moeten recht en evenwijdig zijn, het lichaam goed gespierd.

Voeten: ovaal maar niet lang, met taaie, sterke voetzolen.

Staart: net onder de ruglijn aangezet, wordt hangend gedragen of, als de hond actief of oplettend is, in een boog over de rug. De staart is rijkelijk behaard.

Gangwerk: De bewegingen zijn vloeiend, licht en kosten weinig inspanning, maar zijn tegelijkertijd effectief en wijd uitgrijpend.

Vacht: dubbel, d.w.z. dicht onderhaar met dekhaar bovenop. De hond moet een goed behaarde indruk maken, maar de vacht mag niet zo lang zijn dat de belijning van de hond onduidelijk wordt.

Kleur: alle kleuren zijn toegestaan.

Schofthoogte: reu 53-60 cm, teef 51-56 cm.

Toegestane maskers (tekeningen op het hoofd) :

 

De laatste jaren zien we echter 3 verschillende types husky...  namelijk

Sprint Husky:

Dit type Husky is vooral te herkennen aan zijn smallere postuur. Ze hebben grotere oren, smallere kop en een langere snuit. Alles ten voordele van de sledehondensport voor het snelste resultaat. De veelvoorkomende kleur bij deze soort Husky’s is de Agoetie kleur.  (dit type fok ik NIET)

Show Husky:

De show Husky is een Husky die vaak gebruikt word voor hondenshows om zijn mooie uiterlijk te laten zien. Uiteraard komt dit type ook voor bij mensen thuis en word hij ook gebruikt als huisdier. Ze hebben kortere poten, meestal dikker sierlijker.Ze zijn voller in het hele lichaam, breed hoofd, kortere en bredere snuit en een vollere staart. De kleuren zijn verschillend, bij deze soort Husky’s zie je vaker het duidelijke husky tekeningetje met witte poten en witte koptekening en uiteraard het witte puntje op de staart.  (bv Belle, Danika)

Standaard Husky:

Het type Husky wat je het vaakst bij de mensen thuis aan zult treffen. Ze zijn minder vol als de show Husky, maar niet zo smal als het sprint type. De buiklijn is meestal wat atletischer, dat wil zeggen niet zoals bij de showers een rechte lijn, maar meer een duidelijke ronding om de borstkas.  (dit type streef ik steeds na)

Coat Color

"White"
(recessive trait in Siberian Huskies, dog is genetically black, grey,  red, etc., but white 'covers' it up - more of a coat pattern, than a true color)
"Saddleback"
(Black tipped guard hairs are restricted to saddle area, head, haunches and shoulders may be white or red.  Black and grey dogs with the same type of saddling are not generally included under this category)
"Sable"
(Reddish or brownish with a black nose)

"Agouti"
(Banded coat, very wild looking,
cream instead of white undercoat)
"Light Red"
(from pale yellow to a light orange
cast with white under belly)
"Copper"
(Dark Red or Brown with white under belly)
"Silver  & White"
(undercoat is grey as opposed to cream/beige)
"Wolf Grey"
(grey with distinct orange or reddish
cast behind ears and above hocks)
"Grey"
(grey with beige or yellow undercoat)
"Black & White"
(lighter dogs are termed 'dilute black')
"Mostly Black"
Coat Pattern
"Piebald"
(more than 50% white with 
irregular areas of any other color)
"Splash Coat"
(includes a saddle, secondary color[s]
may be any color)
Coat Length
"Wooly Coat"
(a recessive trait in Siberians)
Eye Color
Siberian Huskies also feature a wide variety of eye color.
Color is typically blue or brown (green & amber possible).
Depth of color ranges from very light to very dark and/or mixed.

Blue

Brown

Bi-eyed
(eyes are different solid colors)

Parti or Split
(eye includes two colors)

 

 

---------------------------------------------------------TEEFJES :-------------------------------------------------------------------------------

---------------------------------------------------------REUTJES : -------------------------------------------------------------------------------

 

 ------------------------------------------------------OVERLEDEN :-----------------------------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

  

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------